Net als alle vorige sessies ben ik ook deze keer weer benieuwd hoe het Ellen en Robbert de afgelopen twee weken is vergaan. Het blijft een spannende exercitie. Hoezeer ik ook vertrouwen heb in de SCHIPaanpak, ik kan ze geen garantie geven op een succesvolle afsluiting. Naast dat er een aantal terugkerende fenomenen waarneembaar zijn bij vechtscheidingen, is iedere scheiding ook weer uniek. Voor mij blijven het helden die ex-partners die de moed gevat hebben dit proces samen aan te gaan. Ik geef het je te doen om aan tafel te gaan met een ex die je, weliswaar niet opzettelijk maar toch, zo ontzettend heeft gekwetst.
Verlies van de relatie kan diep raken. De rouw die optreedt beperkt zich niet alleen tot het verlies en gemis van de partner maar gaat ook over het verlies van het ideaalbeeld dat iemand had van een huwelijk ‘tot de dood ons scheidt’. Het gezamenlijk toekomstperspectief is verdwenen en dat kan leiden tot een gevoel van leegte en onthecht te zijn. Verlies is in de kern dan ook een confrontatie met de eigen kwetsbaarheid. Het voorheen beschermende laagje van zekerheid en geborgenheid blijkt dan slechts een dun vernisje te zijn. Dat maakt dat mensen anders naar zichzelf en de wereld om zich heen gaan kijken. Deze gemoedstoestand is niet bepaald bevorderlijk om je ex-partner het achterste van je tong te laten zien. De kans dat je opnieuw gekwetst wordt is een reëel risico. En toch blijkt dit een belangrijke voorwaarde om opnieuw de verbinding met de ex-partner te kunnen aangaan.
Ik vraag wie zou willen starten met de huiswerkopdracht van vorige week. Robbert neemt het woord: “ik vond het een moeilijke opdracht waar ik lang over heb nagedacht. Ik weet niet precies of ik het goed begrepen heb maar ik heb eerlijk gezegd weleens gedacht als Ellen ‘niet thuis gaf’: het is je eigen schuld dat ik verliefd ben geworden. Alsof ik daar een soort van legitimatie in vond voor mijn vreemdgaan. Daar ben ik niet trots op en gek genoeg realiseer ik me nu pas dat dit mij wel erg goed uitkwam’.
Voor Ellen is deze ontboezeming pijnlijk om aan te horen. Ik zie haar gezicht vertrekken. Ze is zichtbaar geraakt. Maar in plaats van boos te worden zegt ze: “had ik maar niet naar mijn moeder geluisterd destijds. Er is iets wat ik je nooit hebt verteld. Ooit in het begin van ons huwelijk, als ik met haar soms mijn irritaties in onze relatie besprak, heeft ze mij gewaarschuwd voor jou. Ik moest volgens haar mij niet te veel naar jou richten omdat ze vond dat jij toch wat narcistische trekken had. Mijn moeder is psycholoog dus ik nam dat eigenlijk kritiekloos van haar aan”.
Nu springt Robbert bijna van woede uit zijn vel: “Dus toch.. dus toch.. niet te geloven dat je me dat nu pas vertelt terwijl ik dit altijd heb gevoeld. Ze wordt met terugwerkende kracht bedankt”.
Hoewel Ellen een ‘deler’ is en aanvankelijk wel met Robbert het conflict aanging is ze vanuit haar angstige hechtingsstijl hier op enig moment mee gestopt. De deler in haar maakte wel dat ze dit met haar moeder besprak. Robbert heeft vanuit zijn vermijdende hechtingstijl zichzelf gerust weten te stellen waardoor ook hij de confrontatie niet is aangegaan.
Om hun interactiepatroon te visualiseren teken ik op de flipover hoe dit circulaire proces zich voltrok. Omdat geen van beiden in staat waren dit patroon te doorbreken maar in de circulariteit van actie, reactie, actie, reactie bleven zitten trad op den duur moedeloosheid en sleetsheid op binnen hun relatie. Beide partners groeven zich in en de groef waarin ze zich bevonden werd dieper en dieper. Wat zich onder de oppervlakte bevond: de behoefte aan verbondenheid, gezien en gehoord worden, verdween naar de achtergrond. Wat wel zichtbaar werd waren de effecten van het ‘losraken van elkaar’ en daar ging alle energie en aandacht naar toe. En toen een scheiding nog de enige optie leek te zijn en bestaande zekerheden wegvielen ging alle energie zitten in het zich pantseren ten opzichte van ‘de tegenpartij’. De sociale context deed hier nog een schepje bij op: “Zorg dat hij/zij er niet makkelijk mee wegkomt, zorg dat je krijgt waar je recht op hebt’. De postrelationele rouw en het zoeken naar een nieuw houvast werd individueel beleefd. Dit zorgde voor gevoelens die nog niet eerder zo intens waren gevoeld. De ex-partner daarentegen had geen idee wat zich onder de oppervlakte afspeelde bij zijn ex maar had wel last van de effecten daarvan op zijn/haar gedrag.
De docent in mij heeft de neiging om door te schieten in theoretische betogen en uitleg. Veelal helpt psycho-educatie echter wel om de dynamiek van een relatie, die afgegleden is naar een vechtscheiding, inzichtelijk te maken. Dit kan helpend zijn en bijdragen aan het herstel van het element Houvast. Ik check of Ellen en Robbert zich hierin kunnen vinden. Beiden knikken instemmend.
En hoe zouden jullie elkaar nu kunnen helpen om ervoor te zorgen dat je gehoord wordt door elkaar? Waar zou het nog over moeten gaan en wat is nog niet aan de orde gekomen? Zouden jullie daar de komende weken over na willen denken? Daarmee is een eind gekomen aan fase 2 van de SCHIP-aanpak. En de oplettende lezer van dit blog zal begrijpen dat dit slechts een resumé is van datgene wat zich feitelijk afspeelt in deze fase van de therapie.
Ook ik ben benieuwd wat Ellen en Robbert elkaar kunnen bieden in het herstel van hun beider gebroken HART. Hoe dan ook lijkt het erop dat ze samen ‘aansturen’ op een ‘geslaagde Schipbreuk’.
Tineke Rodenburg
Inschrijven voor de nieuwsbrief? Klik hier
Meer weten over de SCHIP-aanpak? Klik hier