
“Het is de schaamte die ik voel. Een diepe schaamte dat het mij niet is gelukt om mijn relatie goed te houden. Ik schaam me dat ik kennelijk niet de moeite waard was om bij te willen blijven. Ik schaam me dat ik ben ingeruild voor iemand anders waardoor al die jaren van samenzijn niets waard bleken te zijn. Ik schaam me dat ik ondanks alles wat mij is aangedaan nog van hem houd en dat ik dat niet hardop durf te zeggen. Het is de schaamte die ik voel over de blik van mijn omgeving als ik ze tegenkom in het dorp. En dat ze mij die schaamte bezorgen, maakt me woedend bovendien”.
Ze vraagt me of ik dat begrijp, “want”, zegt ze “dat doen weinigen”. Ze loopt tegen een muur van onbegrip op wanneer ze probeert uit te leggen wat haar schaamte inhoudt. “Maar jij hoeft je toch niet te schamen? Als er al iemand zich zou moeten schamen is hij dat. Alsof het jouw schuld is. Maar ik voel me wel schuldig. Ik voel me schuldig omdat ik niet op tijd heb onderkend dat onze relatie sleets begon te raken. Ik heb misschien iets nagelaten. Ik was wellicht niet actief schuldig maar wel passief. Vooral ’s nachts worstel ik met de waarom en hoe vraag en komen deze als demonen op me af. Ik schaam me dat ik niet meer bij hem hoor, dat er geen wij meer is maar slechts een eenzame verlaten vrouw. Ik wil zo’n vrouw niet zijn. Zo’n vrouw zou ik nooit worden maar ondertussen ben ik haar wel geworden”

Schuld en schaamtegevoelens zijn sociale en morele emoties. Schaamte is een lastige emotie, hij haakt aan bij iets van jezelf dat je liever niet onder ogen wilt zien. Schuldgevoel haakt meer aan bij het gevoel dat je iets anders had kunnen doen dan je hebt gedaan.
Het zijn daarbij lastige emoties omdat ze je zelfbeeld aantasten en je er zo moeilijk vanaf komt. Schuld en schaamtegevoelens houden je dusdanig in hun greep dat ze je klem kunnen zetten. Het zijn gevoelens waar mensen niet trots op zijn en liever niet mee te koop lopen. Schuld en schaamtegevoelens zijn veelal niet via onze ratio te duiden. Schuld en schaamtegevoelens kunnen mensen eenzaam maken. Bij ingrijpende verliezen, zoals een scheiding, gaan schaamte en schuldgevoel goed samen. Deze gevoelens kunnen onze emotionele pijpleidingen dusdanig blokkeren dat we er letterlijk en figuurlijk in vastlopen. Om verder te kunnen zullen we eerst bij onze schuld- en schaamtegevoelens moeten aankomen. We dienen ze hardop te benoemen, onder ogen te zien en aan te durven raken. Pas dan kunnen we de volgende stap zetten.

Ik vraag hem of hij deze schaamte herkent en daar iets over zou willen zeggen. Hij heeft weinig aansporing nodig. “Jazeker herken ik schaamte. Ik ben die onbetrouwbare man, de aanstichter, de dader van deze ellende. Ik schaam me dat ik haar niet kan troosten want ik heb schuld aan haar pijn. Het allerliefst wil zij horen dat ik bij haar terugkom maar dat kan en wil ik niet. Daar voel ik me dan weer schuldig over. Hoe kan ik uitleggen dat ik veertien jaar gelukkig ben geweest en dat ik niet terugkijk op een slecht huwelijk. Dat wat minder goed ging, dat wat ik soms bij haar miste had ik als een kwestie van ‘geen enkele relatie is perfect’ geaccepteerd, tot ik ‘haar’ tegenkwam en alles vanzelf ging. Ik schaam me dat ik er niet eerder mee voor de dag ben gekomen. Ik schaam me dat ik die worsteling met mezelf niet met haar heb kunnen delen. Of misschien zelfs niet heb willen delen. Ook daar kom ik niet uit. Ik heb haar niet willen kwetsen geen pijn willen doen. Maar ondertussen heb ik dat dus wel gedaan en dat spijt me. Wanneer ik eerlijk ben vraag ik me af of zelfs dat wel klopt. Misschien was ik gewoon een egoïstische lafaard een lamzak die zichzelf uit de wind heeft gehouden. Ik krijg dat voor mezelf niet helder en dat bezorgt me slechte nachten”.

Er valt een stilte, maar geen stilte die beklemt. Het is eerder een stilte die zachtheid en ruimte genereert. De wederzijdse schaamte kan worden aangekeken en mag er zijn. Er hoeft even niets te worden opgelost. Niet uit onwil en zelfs niet uit onmacht maar omdat het is zoals het is. De schaamte is uit zijn schuilkelder gekropen, gedeeld en hoeft niet langer alleen te worden mee getorst. De ander is gekend in de intimiteit van de diepe schaamte. Er is weer sprake van verbinding tussen beiden.

Als ze weggaan voel ik wederom de kracht van fase 3 van de SCHIPaanpak, waar ze in staat zijn elkaar te horen en te helpen in het proces dat leidt naar ‘partners in ouderschap’.