Bij ieder debat over ouders die zich niet aan de omgangsregeling houden wordt uitgegaan van kwade wil, met als gevolg dat men nu zelfs nadenkt over dwangmaatregelen. Voor ons als ‘nuchtere’ omstanders, die goed in staat zijn na te denken, omdat onze neo cortex niet langdurig overbelast is vanwege stress, is het evident dat je kind weghouden bij de andere ouder niet okay is.
Nergens hoor ik in de debatten dat de ouder het niet uit kwade wil doet, maar juist denkt te handelen vanuit bestwil voor het kind. De ouder horen we dat wél zeggen. “Ik doe alleen maar wat goed is voor mijn kind”. De ouder kijkt vanuit zijn eigen referentiekader naar de situatie. Want wat als je kind iedere keer thuiskomt en zegt dat de andere ouder niet luisterde, of niet deed wat het kind wilde, of het kind stevig heeft vastgepakt? Als je bij elkaar woont klaagt je kind daar ook over en dan weet je het te pareren met teksten als “je kunt niet altijd je zin krijgen” of “het was waarschijnlijk nodig”. Op het moment dat je gescheiden bent denk je dat je kind niet goed behandeld wordt als je deze zelfde verhalen krijgt. Als dit maar lang genoeg doorgaat en je kind gaat zeggen dat het liever niet naar de andere ouder gaat (kinderen hebben opeens een ‘keuze’: bij wie is het voor mij het prettigst?) dan maak je je als ouder zorgen. Wie zou dat niet doen? En juist vanuit die zorg kan het zijn dat je denkt dat het beter is als je kind (een tijdje) niet naar de ander gaat. Niet goed, dat is duidelijk. De ouder hoopt dat het kind zo tot rust kan komen en dat het daarna beter zal worden. Als ouder weet je niets van PAS (Parental Alienation Syndrome) en weet je dus ook niet de gevaren die op de loer liggen. Overigens wordt in het veld meer en meer gesproken over Ouder Onthechtingssyndroom, een kind verstoot zijn ouder niet, een kind onthecht. De andere ouder zorgt voor de verstoting.
Steven Pont zegt in zijn stuk in de Volkskrant (Vaders vaak stiefmoederlijk behandeld bij een scheiding, kind krijgt de rekening) op 14 juli jl.,: “Nu wordt er te vaak uit wraakzucht om de loyaliteit van het kind gestreden en wordt geprobeerd de andere ouder zo veel mogelijk uit het leven van het kind te verbannen”.
Is dat vanuit wraakzucht? Of ben je als ouder bang dat jouw kind het leuker vindt bij de ander en uiteindelijk niet meer bij jou wil zijn? Of ben je ‘gewoon’ bezorgd voor het welzijn van je kind, je die toch al zoveel pijn heeft vanwege de scheiding. Wordt er met ouders gesproken over hun onderliggende angsten? Wordt er gekeken naar het verlies dat onder het conflict ligt? Nee. Er wordt rucksichtslos aangenomen dat de ouder uit wraak handelt.
Steven Pont vindt dat wij als omstanders vraagtekens moeten zetten bij het gedrag van de verstotende ouder. Hij vindt tevens dat het aan de volwassenen is om dit op te lossen. Ik ben het met hem eens. Volwassenen hebben de verantwoordelijkheid om de problemen die ze samen hebben ook samen op te lossen. Op het moment dat omstanders ‘vraagtekens zetten’ bij het gedrag van de verstotende ouder, hoor ik een oordeel, hoor ik afkeur.
Beter zou het zijn de verstotende ouder te bevragen op zijn of haar onderliggende angsten. Wat maakt dat deze ouder dit gedrag vertoont. Geen enkele ouder wil zijn kind ongelukkig maken, geen enkele ouder zal dit willens en wetens doen door het kind weg te houden bij de ander. Alle ouders die ik spreek vinden dat hun kind recht heeft op een vader én een moeder (wel volgt dan vaak de ‘maar’…).
Hoezeer ik ook vind dat het kind nooit in het loyaliteitsconflict mag komen waar het bij een scheiding in terecht komt, ik vind ook dat we met meer compassie moeten kijken naar de ouder.
Als wij ons werkelijk proberen te verplaatsen in de ouder, als we gaan kijken naar welke verliezen er liggen onder het conflict (en dat zijn er vele, sowieso verlies je je kinderen een deel van de tijd), als we het daar over kunnen gaan hebben, dán werken we aan de oplossing van deze zeer schadelijke situatie voor het kind.
Leoniek van der Maarel
Psycholoog, orthopedagoog, mede-ontwikkelaar SCHIP-aanpak®.