Robbert en Ellen: tweede afspraak fase 1 van de SCHIPaanpak

Ook deze sessie verschijnen ze, nagenoeg tegelijk, op de afspraak. Tijdens het moment van binnenkomen en plaatsnemen scan ik de sfeer die ik tussen hen beiden meen te bespeuren. Dat scannen gaat vanzelf, noem het beroepsdeformatie. Ik realiseer me dat het slechts mijn intuïtie is maar meestal zit ik er niet ver naast. Zowel Ellen als Robbert lijken een afwachtende houding aan te nemen.

Ik benoem wat ik denk te voelen. Beiden bevestigen mijn gevoel waarna ik hen vraag wat maakt dat ze zich zo afwachtend opstellen. Ellen begint: “ik vind het lastig, ik heb erg geworsteld met de opdracht en niet zozeer met de opdracht op zich maar meer met wat ik ontdekte”. Ik vraag haar hier iets meer over te vertellen. Ellen vertelt: ”mijn verwachtingen hoe het zou zijn als we maar eenmaal getrouwd zouden zijn waren hooggespannen. Ik had weinig zelfvertrouwen in die tijd. Mijn ouders hebben mij niet bepaald opgevoed met de boodschap dat ik goed genoeg was. Dat gevoel gaf Robbert mij wel. Ik keek eerlijk gezegd behoorlijk tegen hem op. Maar hoewel ik gek genoeg iemand ben die moeilijke dingen niet uit de weg gaat kan Robbert mij toch makkelijk omver praten. Hij is gewoon beter gebekt dan ik… Toen Marieke al mijn energie kostte en Robbert niet ‘thuis gaf’, heb ik mezelf teruggetrokken en misschien was dat wel het moment dat, zoals jij dat noemt, onze relatie begon te schuiven. Dat had ik misschien niet moeten doen maar ik was denk ik bang om voor een zeur te worden uitgemaakt door Robbert. Dat hij niet in de gaten had dat ik me alleen voelde in die periode dat maakt me nog boos”.

Robbert luistert geïnteresseerd en gaat op het puntje van zijn stoel zitten. Ik vraag hem om zijn verhaal te doen. “Ik lijk misschien beter gebekt, zoals Ellen dat zegt, maar moeilijke zaken ga ik liever uit de weg. Dat was wat mij in Ellen zo aantrok, haar openheid van communiceren en benoemen van gevoelens. Maar wat ik tegelijkertijd probeerde te vermijden. En over jouw vraag wat de eerste signalen waren dat onze relatie begon te schuiven heb ik lang nagedacht. Ik denk dat Ellen gelijk heeft als ze zegt dat dit na de geboorte van Marieke begon. Destijds zat ik in een stevig conflict met mijn baas. Dat hield mij dag en nacht bezig. Ik besprak dat wel met Ellen maar niet in details. Ik denk dat ik wel gehoopt had dat zij in de gaten had dat het niet goed ging met mij”.
Twee mensen die onder hetzelfde dak wonen en elkaar missen, juist op die momenten dat ze elkaar zo hard nodig hebben. Hoe vaak heb ik dat al niet gezien in mijn praktijkruimte ? Beiden kunnen zich vinden in de constatering dat ze zich, onafhankelijk van elkaar, behoorlijk alleen en in de steek gelaten hebben gevoeld in die periode. En welke effect had dat op hun relatie?. Hoe dachten ze daar bijvoorbeeld uit te kunnen komen, hadden ze daar ideeën over, waar haalden ze hun troost uit of hoop voor de toekomst, hoe ging het bijvoorbeeld met de seks in die tijd? Robbert schuifelt op zijn stoel. Hij voelt zich duidelijk ongemakkelijk bij deze vraag: “ik merkte wel dat de seks minder werd, dat we minder met elkaar deelden, ik trok mij ook terug. Ik miste natuurlijk de seks dat is logisch, maar ik was er vast van overtuigd dat het wel weer beter zou gaan. Ik dacht dat als Marieke groter zou worden en de rust zou terugkeren, dat wij elkaar ook wel weer zouden vinden. Eigenlijk dacht ik er misschien niet eens zozeer over na, het was meer een onbewust vertrouwen. Gek genoeg had ik het niet eens door dat ik wat meer om mij heen ging kijken, totdat ik verliefd werd op mijn collega. Ik dacht dat gaat wel over “
En Ellen antwoordt: “ik dacht ook dat het wel weer een keer beter zou gaan worden tussen ons. Als ik weleens met mijn vriendinnen sprak, dan hoorde ik dat daar de seks al niet veel beter was. Dat gaf me ook wel troost. Het leek me bijna normaal dat het minder wordt, zeker als er een kindje geboren wordt”.

Razendsnel gaan mijn gedachten. Stel nou dat Robbert aan Ellen had verteld dat hij verliefde gevoelens voor zijn collega had en Ellen had haar zorgen over hun tanende seksualiteit niet alleen met haar vriendinnen besproken maar ook met Robbert hoe zou hun relatie zich dan hebben ontwikkeld? Het is niet voor het eerst dat ik deze gedachten heb bij een stel in mijn therapiekamer.

Kennelijk gaan we er vanuit dat we voldoende credit hebben opgebouwd bij die ander zodat dat de relatie wel een tijdje zonder risico ‘onder water’ kan staan. Helaas blijkt dat, als de relatie sleets raakt, de kans groot is dat er op onbewust niveau een vacature ontstaat. In plaats van deze vacature als een wake-up call te definiëren blijkt het vele malen aantrekkelijker te zijn deze ontdekking voor onszelf te houden. Hadden Ellen en Robbert hun beider ongenoegens over hun (seks)relatie wel met elkaar gedeeld waren ze elkaar wellicht niet verloren in de turbulentie van hun, in woelige baren verkerende, huwelijksboot.
Ik deel deze constatering met ze en het raakt mij wanneer ik zie dat zowel Ellen als Robbert hierdoor zichtbaar geëmotioneerd zijn.
Hoe pijnlijk dit moment ook is, het zorgt tegelijkertijd ook voor een voorzichtige connectie tussen hun beiden. Hun conflict over het aanstaande feest van Robbert’s ouders lijkt even naar de achtergrond te verdwijnen.
We sluiten deze sessie af en ik geef hen de opdracht mee na te denken over de vraag: Wat is er allemaal verloren gegaan in jullie relatie en waar ben je nog boos en verdrietig over?
Ik kijk ze nog even na wanneer ze samen weglopen. Hoe noodzakelijk het ook is om terug te gaan naar de pijn van het verlies, ik realiseer mij maar al te goed dat dit geen sinecure is.

– Tineke Rodenburg –